Reflecteren: wat, hoe en waarom? (2024)

1. Wat is reflectie?

Reflectie is een proces van nadenken over, evalueren van en zin geven aan bestaande en toekomstige ervaringen. Daardoor kunnen individuen inzicht krijgen in zichzelf, maar ook de eigen acties monitoren en veranderen om hun prestaties op persoonlijk en professioneel vlak in de toekomst te verbeteren. Het is een onderdeel van zowel zelfkennis als zelfregulering van een persoon.

Reflecteren kan op verschillende momenten:

  • Before action: de reflectie vindt plaats vóór de ervaring en gaat over toekomstige mogelijke acties, gedragingen en gevoelens en hoe de lerende zich daarin wil positioneren.
  • In action: de reflectie vindt direct, tijdens de situatie, plaats en er worden meteen keuzes aan gekoppeld.
  • On action: de reflectie vindt plaats na de ervaring en heeft de gestelde acties, gedrag en gevoelens als onderwerp.

Ook in het onderwijs is reflecteren een zinvolle activiteit. Door te reflecteren denken studenten bewust en gericht na over hun eigen (praktijk)ervaringen, denkprocessen en de effecten daarvan op zichzelf als persoon, op de relatie met anderen en op hun rol in de maatschappij. Deze onderwijstip beschrijft hoe je dat proces kan vormgeven.

2. Waarom inzetten op reflectie?

Reflectie is geen doel op zich, maar altijd een middel om een ander doel te bereiken. Reflectie is een belangrijke manier om generieke competenties te stimuleren en te evalueren. Het proces dat je erbij doorloopt, helpt om competenties te ontwikkelen zoals:

  • levenslang leren
  • zelfregulatie
  • kritisch denken
  • probleemoplossend denken
  • perspectiefinname
  • systeemdenken
  • contextgebonden leren

Inzetten op reflectie heeft verschillende voordelen voor de student, maar ook voor de lesgever.

Voordelen voor de student:

  • Diepgaander leren: door na te denken over hun eigen acties komen studenten tot diepgaander en duurzamer leren (in plaats van gewoon te doen en achteraf niet meer na te denken over hoe het in de toekomst aan te pakken en daarom dezelfde handeling te herhalen).
  • Leerproces in eigen handen nemen: door bewust na te denken over hun eigen leerproces en hun acties bewust bij te stellen, krijgen studenten zicht op hun eigen persoonlijke groei. Ze nemen op die manier ook het eigenaarschap over hun leerproces in eigen handen, in plaats van dat over te laten aan een lesgever die zegt wat er juist of fout was en die blindelings te volgen.
  • Een eigen identiteit ontwikkelen: door studenten te laten reflecteren, laat je ze nadenken over de positie die ze innemen en de gevoelens die ze hebben ten opzichte van dingen die gebeuren, acties die ze ondernemen, enz. Daardoor krijgen studenten een beter zicht op hun eigen identiteit, hoe ze zich verhouden tot anderen en hoe ze zich verhouden tot de maatschappij.
  • Kritisch denken aanscherpen en leren levenslang leren: door reflectie aan te leren en te stimuleren, scherp je de kritische vaardigheden van studenten aan. Door dat proces consequent in te bouwen tijdens de opleiding, stimuleer je studenten om dat ook in hun verdere loopbaan te doen en om levenslang te blijven leren.
  • Zichzelf uitdrukken: door reflectie in te bouwen in de opleiding, leer je studenten gevoelens en gedachten uit te drukken, wat andere vaardigheden vereist dan het oplossen van disciplinaire vraagstukken. Door de output van de reflectie open te laten, geef je studenten de kans om een eigen creatieve manier te zoeken om dat te doen.
  • Schrijfvaardigheid ontwikkelen: wanneer de reflectie neergeschreven moet worden in een reflectieverslag, stimuleer je de schrijfvaardigheden van studenten.

Voordelen voor de lesgever:

  • Zicht op het leerproces van de student: door studenten te laten reflecteren krijg je zicht op waar ze het nog moeilijk mee hebben, wat werkpunten zijn, wat goed gaat, welke voorkeuren ze hebben… en op welk groeiproces ze doormaken of doorgemaakt hebben.
  • Gericht inspelen op of aanpassen aan moeilijkheden: door zicht te krijgen op het leerproces, kan je je eigen lespraktijk aanpassen en inspelen op moeilijkheden door bv. extra ondersteuning in te zetten waar nodig.
  • Zicht krijgen op onderliggende overtuigingen en aannames: door de reflectie kan je zicht krijgen op wat studenten denken, wat hun overtuigingen zijn en welke eventuele vooroordelen er leven, waarop je dan weer kan inspelen tijdens de lessen.

3. Aan de slag met reflectie?

Een proces in verschillende stappen

Studenten laat je niet ‘out of the blue’ reflecteren. Er moet altijd ‘iets’ gebeuren dat betekenisvol is voor de student. Dat kan zowel een negatieve als een positieve ervaring zijn. Zo’n moment wordt een kritisch moment genoemd.

Er zijn verschillende modellen om het reflectieproces te ondersteunen. Er is niet één juist model; je kiest het best voor een model dat het best aansluit bij je leerdoelen. Een gekend model is het model van Korthagen, dat verschillende stappen doorloopt. Dit model werkt met een cyclus, wat betekent dat zelfreflectie nooit ‘af’ is.

Reflecteren: wat, hoe en waarom? (1)

1. Handelen

Studenten maken een ervaring mee. Laat studenten daarover reflecteren door hen te laten nadenken over volgende vragen:

a. Wat wilde ik bereiken?

b. Waar wilde ik op letten?

c. Wat wilde ik uitproberen?

2. Terugblikken

De student blikt terug op wat er is gebeurd. Je kan je studenten laten terugblikken vanuit hun eigen standpunt als student, maar ook vanuit het standpunt van anderen die erbij betrokken waren. Stimuleer bij het terugblikken dat studenten niet enkel focussen op wat ze deden (doen), maar ook op wat hun gedachten erbij waren (denken), wat ze eigenlijk wilden bereiken in de situatie (willen) en hoe ze zich erbij voelden (voelen). Reflectievragen voor studenten bij deze stap:

a. Wat gebeurde er concreet?

b. Wat zag ik?

c. Wat deed ik?

d. Wat dacht ik?

e. Wat voelde ik?

3. Bewustwording van essentiële aspecten

Laat studenten nadenken over wat de fricties waren tussen wat je deed, dacht, wilde en voelde en wat de fricties waren tussen de standpunten van de verschillende betrokkenen. Dat doe je door hen de volgende vragen te laten beantwoorden:

a. Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen?

b. Wat betekent dat nu voor mij?

c. Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)?

4. Alternatieven

Laat studenten nadenken over wat hun voornemen is om in een volgende gelijkaardige situatie die fricties te voorkomen. Laat studenten verschillende alternatieven bedenken en laat ze niet meteen tevreden zijn met de eerste de beste oplossing. Je kan studenten hun alternatieven ook laten staven door literatuur en professionele kaders.

a. Welke alternatieven zie ik? (oplossingen of manieren om gebruik te maken van mijn ontdekking)

b. Welke voor- en nadelen hebben die?

c. Wat neem ik me nu voor een volgende keer voor?

5. Uitproberen

Studenten proberen de nieuwe oplossing uit in een gelijkaardige situatie.

a. Wat wil ik bereiken?

b. Waar wil ik op letten?

c. Wat wil ik uitproberen?

Het is belangrijk om altijd de verschillende stappen in het proces te doorlopen en niet meteen tot oplossingen te komen. Door stappen over te slaan, kom je niet tot hetzelfde diepgaande begrip van de situatie en is er een kans dat je veronderstellingen maakt die uiteindelijk niet de echte oorzaak van de situatie waren.

Bv. een leerkracht staat voor een zeer onrustige klas en kan de kinderen niet stil krijgen. Ze neemt zich voor om de volgende keer strenger te zijn. Als de leerkracht deze situatie van naderbij zou bekijken en de stappen van het reflectieproces zou doorlopen, zou ze ook tot de conclusie kunnen komen dat de leerlingen al te lang stil moesten zitten en luisteren, waardoor hun aandacht verslapte. De volgende keer zou ze dus na een bepaalde tijd kunnen inzetten op een andere lesaanpak en een activerende werkvorm kunnen gebruiken om de aandacht van de leerlingen niet te laten verslappen.

Laat studenten niet enkel reflecteren over wat niet goed ging, maar ook over succeservaringen. Door het proces te doorlopen en de situatie op verschillende vlakken te doorgronden, krijgen ze een beter zicht op wat er nu juist voor zorgde dat de ervaring goed liep. Dit helpt om zulk gedrag in de toekomst ook duurzamer in te zetten.

Varieer in reflectievorm

Geschreven reflectie

Video

Audio

Face-to-face reflectie

Reflectieverslag/essay

Videoblog

Podcast

Reflectie tijdens discussie

Logboek/dagboek

Videodagboek

Audiodagboek

Interviews

Ontwikkelingsgericht portfolio

Groepsdiscussie (intervisie, …)

Vertellen/presentatie

Deze verschillende opties zijn ook een manier om te differentiëren en zo tegemoet te komen aan de diversiteit in de studentengroep. Sommigen kunnen zich namelijk beter mondeling, schriftelijk of op een andere manier uitdrukken dan anderen. Elke manier heeft bovendien voor- en nadelen. Een neergeschreven reflectie heeft het voordeel van een langere houdbaarheid en geeft je de mogelijkheid om de tekst te herlezen. Een mondelinge reflectie kan dan weer de spontaniteit verhogen terwijl die aan de andere kant ook soms scherpere emoties kan uitlokken en moeilijker te herhalen is (tenzij op video). In elk geval is het belangrijk om studenten te laten ontdekken welke vorm het best bij hen past, maar hen ook aan te sporen om andere dingen uit te proberen en te groeien.

Tips voor de lesgever

  • Wees een rolmodel als lesgever door zelf ook op een reflectieve manier na te denken.
  • Bouw de reflectie voldoende in tijdens de opleiding zodat studenten zich het proces eigen kunnen maken en tot diepgaande reflectie komen.
  • Zet reflectie gericht in op momenten waar het aansluit bij de leerdoelen. Wanneer studenten het gevoel hebben dat ze moeten reflecteren om te reflecteren, mist het zijn doel.
  • Stimuleer studenten om telkens alle stappen van het proces te doorlopen. Naarmate ze meer hebben gereflecteerd, zullen de stappen meer in elkaar overvloeien en zal het proces natuurlijk aanvoelen.
  • Doorloop het proces ook geregeld zelf als lesgever. Zo merk je op waar dat moeilijker gaat en kom je te weten welke stappen je zelf dreigt over te slaan.
  • Vermijd om als lesgever een oordeel te vellen over persoonlijke reflectie.
  • Stel richtlijnen op voor de studenten om op een effectieve manier te reflecteren.

3. Meer weten?

Ash, S. L., & Clayton, P. H. (2009). Generating, deepening, and documenting learning: The power of critical reflection in applied learning.

Brown, B., Holt-Macey, S., Martin, B., Skau, K., & Vogt, E. M. (2015). Developing the reflective practitioner: What, so what, now what. Currents in Pharmacy Teaching and Learning, 7(5), 705-715.

Chan, C. K. Y. (2023). Assessment for Experiential Learning (p. 379). Taylor & Francis.

Korthagen, F. & Nuijten, E. (2023). De kracht van reflectie (2de druk). Boom.

Moon, J. (2001). PDP working paper 4: Reflection in higher education learning. Higher Education Academy, 1-25.

Website: https://www.reflecting.eu

Reflecteren: wat, hoe en waarom? (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Recommended Articles
Article information

Author: Ouida Strosin DO

Last Updated:

Views: 6054

Rating: 4.6 / 5 (76 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Ouida Strosin DO

Birthday: 1995-04-27

Address: Suite 927 930 Kilback Radial, Candidaville, TN 87795

Phone: +8561498978366

Job: Legacy Manufacturing Specialist

Hobby: Singing, Mountain biking, Water sports, Water sports, Taxidermy, Polo, Pet

Introduction: My name is Ouida Strosin DO, I am a precious, combative, spotless, modern, spotless, beautiful, precious person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.